- Spelers: Bridge wordt gespeeld door vier spelers, verdeeld over twee teams van elk twee spelers. De spelers die tegenover elkaar zitten vormen elk een paar: noord-zuid en oost-west.
- Kaarten: Bridge wordt gespeeld met een standaard kaartspel van 52 kaarten. Elke speler ontvangt 13 kaarten.
- Bieden: Tijdens het bieden proberen de spelers te voorspellen hoeveel slagen ze denken te kunnen maken met hun hand en welke troefkleur ze willen gebruiken (of dat ze 'sans atout' (zonder troef) spelen).
Biedingen bestaan uit een combinatie van biedniveaus (aantal slagen) en biedkleuren (troefkleur).
- Contract: Het bieden eindigt wanneer drie opeenvolgende spelers 'pas' zeggen, dat wil zeggen dat zij niet hoger willen bieden. Het laatste bod wordt het contract.
- Afspelen: De speler die het hoogste bod heeft gedaan, leidt het eerste spel door een kaart uit te spelen. De andere spelers volgen met kaarten van dezelfde kleur (indien mogelijk).
Het team dat het contract heeft gewonnen, probeert samen zoveel mogelijk slagen te maken om hun contract te vervullen.
- Scoren: Na afloop van elk spel worden punten toegekend op basis van het behaalde contract en het aantal gemaakte slagen.
Deze punten kunnen positief of negatief zijn, afhankelijk van of het team zijn contract heeft vervuld.
- Telling: Na een aantal gespeelde spellen worden de totaalscores van elk team berekend. Het team met de hoogste score wint het spel.
Bridge wordt gespeeld door twee teams van elk 2 spelers die tegenover elkaar zitten. Er is een team noord-zuid en een team oost-west. De twee teams worden paren genoemd.
Elk team heeft een leider, die speler heeft de troefkleur bepaald of bepaald dat zonder trouf (sans-atout) wordt gespeeld. En elk team heeft een dummy, de partner van de leider.
De dummy legt zijn hand open of tafel na afloop van het bieden en na de uitkomst van de speler links van de leider.
De andere 2 spelers verdedigen het contract, de zgn. verdedigers.
Bieden
Bridgen bestaat uit 2 fasen: het bieden en het afspel en tegenspel. In fase 1 bieden de spelers het minimum aantal slagen wat zij denken te halen.
De gever mag als eerste bieden, daarna gaat het bieden met de klok mee. Het bieden eindigt wanneer 3 opeenvolgende speler pas zeggen, er kunnen dus meerdere biedrondes zijn.
Het laatste bod wordt het contract.
Een bieding bestaat uit:
- Een aantal van 1 tot en met 7, het zgn. niveau.
- Een kleur; schoppen, harten, ruiten, klaveren of sans-atout (SA).
Het aantal verwijst naar het totaal aantal slagen; 6 plus het aangegeven aantal van het bod. De kleur geeft de troefkleur aan.
Bijvoorbeeld: noord-zuid heeft 3K geboden, ze moeten dan 9 slagen (6+3) maken met klaver als troef.
Doubleren: als een speler denkt dat het laatste bod van een van zijn tegenstanders te optimistisch is dan kan hij doubleren bij zijn beurt. Dit kan door een tegenstander weer
geredoubleerd worden.
Het doel van het bieden is om informatie te geven van je sterke en zwakke punten van je hand aan je partner. Dit helpt bij het bepalen van het contract op basis van beide handen.
De kennis van het bieden wordt aangeduid als het biedsysteem en biedconventies.
Af- en tegenspel
Na het bieden begint het spelen. Het doel is om minsten zoveel slagen te halen als het aantal slagen dat is geboden (het niveau).
Het af- en tegenspel bestaat uit 4 delen.
-
Uitkomen.
De speler links van de leider begint het spel met de uitkomst. Hij mag de kleur bepalen en de andere spelers moeten die kleur volgen.
Als ze die kleur niet hebben, kunnen ze troeven met een kaart van de troefkleur of een andere willekeurige kaart spelen.
-
Dummy legt zijn hand open op tafel.
Na de uitkomst legt de dummy al zijn kaarten open op tafel en speelt zijn partner de kaarten van beide handen.
-
Slagen maken.
De persoon die de hoogste kaart van de kleur heeft gespeeld wint de slag en mag daarna een kaart naar keuze spelen voor de volgende slag.
Met een troefcontract kan een speler die geen kaarten van de gespeelde kleur heeft introeven. In dat geval wint hij de slag, als er tenminste geen hogere troef wordt gespeeld door een andere speler.
-
Eind van het spel.
Als het paar het aantal slagen van het contract heeft gehaald of meer, dan krijgt dat paar een aantal punten. Maar als het paar minder slagen maakt dan het contract, dan krijgt het andere paar de punten.