Bridge is afgeleid van het kaartspel whist. Whist is ontstaan in de 17de eeuw en werd onder andere aan het Franse hof van Lodewijk XV gespeeld. In de encyclopedie “The official Encyclopedia of Bridge” staat een brief waaruit blijkt dat bridge al voor 1886 werd gespeeld in Caïro. Het spel werd voor het eerst gespeeld op 1 november 1952 aan boord van het stoomschip Finland dat op weg was van San Francisco naar New York. Op verzoek van Harold Vanderbilt werd een door hem bedachte scoretabel getest. Een passagiere voegde het begrip 'kwetsbaar (wat een 'zwaardere' puntentelling inhoudt) daaraan toe, ontleend aan een oriëntaals kaartspel dat ze speelde in China en Contract Bridge was geboren. In 1928 werd het eerste kampioenschap gespeeld. Het is een eer voor Vanderbilt dat zijn tabel, met o.a. de aanpassing dat de manchepremie pas werd toegekend als de manche ook geboden wordt, nog steeds wordt gebruikt. Na enige tijd werd het spel gewoon kortweg Bridge genoemd. Het spel werd snel populair en in 1931 werd de legendarische bridgematch Culbertson-Lenz gespeeld. Hierdoor ontstond er nog meer interesse voor het spel. In die tijd ontstonden ook de biedsystemen en conventies. In 1950 begonnen de wereldkampioenschappen en zo ontstonden professionele bridgeteams.
Het behalen van succes in bridge, zoals het winnen van spellen of toernooien, kan het zelfvertrouwen vergroten en een gevoel van voldoening geven. Bridgen biedt ontspanning en afleiding van alledaagse zorgen, terwijl de sociale interactie tijdens het spel een gevoel van verbondenheid kan bevorderen. Het spel biedt een platform voor competitie op verschillende niveaus, van informele clubspellen tot nationale en internationale toernooien. Op deze manier kunnen spelers hun vaardigheden testen tegen andere spelers van hun eigen niveau en streven naar ranglijsten en titels.